zon...waar ben je !!
Het is 9 uur als ik m’n bed uit stap. Ik zie door het rolgordijntje, wat ik omhoog doe, dat er wéér geen zonnetje schijnt. Het is wel droog. Ik hoor bij de Duitse buren hun ½ jaar oude kindje pruttelen. Babytaal is blijkbaar in alle talen hetzelfde. Ik vraag me stilletjes af of het niet een stuk eenvoudiger zou zijn geweest als iedereen dezelfde taal sprak. Of wat zou het handig zijn al we allemaal tweetalig opgevoed zouden worden. De Italianen spreken nagenoeg geen Engels. Italiaans is een moeilijke taal welke je aardig moet beheersen om je hier verstaanbaar te maken.
Aan de andere kant is het ook wel leuk dat we niet allemaal dezelfde taal spreken. Hierdoor heb je wel het gevoel echt in een ander land te zijn. Het weer doet namelijk erg Nederlands aan de laatste dagen. Eerlijk gezegd vind ik het niet zo leuk meer. Als je hierheen op vakantie gaat ben je ingesteld op een paar weken droge warmte. Nou ja, het is niet anders en ook deze dag zal wel weer voorbij gaan.
Ik stap het washokje binnen om me te wassen en tanden te poetsen. De grote pot crème gaat open en het lijf wordt voorzien van een beetje smeersel voor de huid. Tijdens het insmeren constateer ik tevreden dat er al een aardige bruine gloed aanwezig is. Jammer dat dit de laatste dagen niet intenser is geworden. Ik doe een korte broek en een bloesje aan en verdwijn naar buiten. Koud is het niet. Ik zie het mollige blije koppie van het overbuurjongetje welke ik al had horen pruttelen. Een grote druppel kwijl hangt aan zijn onderlip. Wat zijn kleine kindjes toch hartverwarmend.
Op mijn allerbest “ein gutemorgen” gewenst, een brede kwijllach terug gekregen, ga ik met een tas waarin een portemonnee en een pleerol zit naar beneden. Met naar beneden bedoel ik de ferme steile geasfalteerde helling op de camping. Onderaan de helling is het toiletgebouw waar ik even ga controleren of ik nog een meisje ben. Ik realiseer me elke morgen als ik die afdaling maak dat ik dit eigenlijk niet de leukste kant van het kamperen vind. Maar goed, het hoort erbij.
Daarna ga ik naar de winkel op de camping voor een baguette. Ik noem het plaatsnummer en de baguette wordt keurig in een papieren zak bij de kassa gelegd.
Brood kost hier geen drol, het smaakt dan ook eigenlijk nergens naar. Tja….je begrijpt hem al, als je een afdaling maakt dan moet je ook weer een keer klimmen. En inderdaad….gewapend met m’n stokbroodje en een paar bergkuiten kom ik weer bij de caravan. Daar is inmiddels iedereen uit zijn en haar nest gekropen en uitgeslapen en uitgehongerd wordt er aan gevallen. Er is één wesp hier in de omgeving met heel veel levens en die komt steevast tijdens het ontbijt bij Charlotte kijken. Het enige wat je dan hoort is een diepe zucht, het woord “mja…”zoeffff en een dichtklappende deur van de caravan. Het herhaald zich elke dag maar ik kan er smakelijk om lachen.
Na het ontbijt zijn Charlotte, Ria en ik even naar de plaatselijke markt geweest. Er worden daar levende (uitgehongerde) kippen te koop aangeboden. Veel groente en fruit. Ook vis in heel veel zout en halve varkens liggen in ongekoelde marktkramen. De Italiaanse huisvrouwen staan massaal in de rij om deze waren te kopen. Worden ze daar niet ziek van is dan mijn eerste gedachte. Blijkbaar niet want al jaren gaat het zo. De recessie is hier ook zichtbaar. Veel bedelaars. Andere jaren waren ze er ook wel, maar nu zijn ze verveelvoudigd aanwezig. Vrouwen in zwarte kleding met zielige oogjes die met een plastic bekertje lopen te schudden en daarbij een blik in de ogen hebben alsof je echt hun laatste redmiddel bent. Mannen met een klein bibberend hondje die op een stuk karton zogenaamd blind zitten te zijn.
Ik kijk ernaar, irriteer me eraan maar realiseer me ook dat ik totaal geen weet heb wat er precies voor verhaal achter deze personen steekt. Ik voel me in ieder geval niet geroepen om geld in die bakjes te deponeren. De politie tolereert dit gedrag wel. De mannen die illegaal op een kleedje hun waren te koop aanbieden worden niet getolereerd. Zodra die iemand aan zien komen wat maar enigszins op politie lijkt, dan pakken ze de punten van hun kleedjes beet en nemen snel de benen, om vervolgens 10 minuten later weer terug te keren en de boel weer uit te stallen.
Weer terug van de markt zie ik dat de camping al aardig leeg raakt. Alleen de Arie’s en Annie’s blijven over. Er zijn nog wel een paar gezinnen met heel kleine kinderen, maar dat zijn er nog maar een paar.
Helaas regent het weer en is er niet veel aan om iets te gaan ondernemen. Het enige wat zou kunnen is een stukje met de auto rijden, dan zit je immers droog. Maar alle dorpjes, zee en strandjes zijn bedolven onder een vieze regenspray, dus niet aantrekkelijk. Maar….. er wordt gezegd door de “kenners” dat vanaf donderdag de warmte weer in volle hevigheid aanwezig zal zijn. Dat is mooi.
De mannen vertrekken dan voor een paar dagen naar Monza voor de Formule 1. De dames blijven dan hier en gaan zich verschrikkelijk hullen in veel zonnewarmte. We zijn er helemaal klaar voor.
En nu maar hopen dat de “kenners” echte kenners zijn.
Het is 15.00 uur de Siësta is voorbij en Italië gaat weer leven. Toch de auto maar in en meteen een boodschapje scoren.
Met een voorraadje eten en drinken weer terug en alles opgeruimd.
Vanavond met elkaar geBBQt. Onder het genot van zo nu en dan een regendruppel, lekker getafeld.
Het is hier erg vroeg donker. Om 20.00 uur is het aardedonker. De krekels hoor je dan nog even kletsen met elkaar, maar als ook die hun snater dichthouden is het stil…echt stil.
Slapen is dus geen enkel probleem. Daar worden dan ook veel uurtjes mee gevuld.
Ik betrap me erop dat als ik ’s middags langs het zwembad in het zonnetje lekker op zo’n luie stoel lig, zo nu en dan voel dat mijn onderkaak met een klap naar beneden valt.
Ciao.