twee linker sokken en een onderbroek in je haar..
Vorige week zijn mijn naaste collega’s en ik naar Den Haag geweest waar we ons nieuwe uniform konden gaan passen. Nu pas? Ja…eerst de mannen en vrouwen van de straat en daarna pas het personeel wat binnen werkt. In een grote ruimte waar een paar pashokjes waren gemaakt van afzethekken met zwart zeil, konden we in volgorde naar binnen. Ik had er wel zin in, want nu ik wat minder gevuld ben slobbert mijn oude uniform om me heen. Heel trots geef ik antwoord op de vraag welke kledingmaat ik heb en loop vast het pashokje in. De vrouw die me helpt pakt de kleding uit het rek en zegt,’ ik heb het vast twee maten groter gepakt want het valt klein’. Getsie……dat meen je niet. Nou ja, dan knip ik de maat er toch uit. Zo demotiverend dit. De collega’s die voor mij aan de beurt waren zien er allemaal een stuk beter uit in het nieuwe blauw. Ik hijs mezelf in het nieuwe pak en constateer dat ik niet bij de categorie ‘lange benen’ hoor. Met twee linker sokken en veel te lange broekspijpen, schuifel ik de paskamer uit. Waarschijnlijk om frustraties te vermijden stonden er geen spiegels. Volledig afhankelijk van de beoordeling van de collega’s en de foto’s die ze van me maakten kreeg ik een beeld van mezelf. Toen ik de foto’s zag vroeg ik een klein beetje voorzichtig aan m’n collega, of ik altijd zo arrogant keek. Volmondig werd het bevestigd.
Ach ja….Had ik het ook maar niet moeten vragen. Zo’n vraag is een inkoppertje voor de collega’s die andersom ook wel eens de volle laag krijgen.
Er gaat eigenlijk geen werkdag voorbij waarin we niet smakelijk lachen met elkaar.
Om dit werk te kunnen doen heb je ook een ferme dosis humor en zelfspot nodig. Daar kun je de boel zo lekker mee relativeren.
We hebben het over van alles met elkaar. Omdat we vele uren met elkaar zitten opgescheept delen we lief en leed. Meestal komen de verhalen los als we nog even napraten over een gesprek met een ‘klant’ die we net hebben gesproken. Maar ik kan me toch echt niet meer herinneren welk gesprek er vooraf ging aan de uitspraak van een collega die er van alles aan wilde doen om bij de baas een ‘menstruatieverlof’ los te peuteren. Ze is de jongste van het stel en nog de enige die daarvoor in aanmerking zou kunnen komen. Ze vond gewoon dat ze er recht op had want ze zat in de baas z’n tijd dood te bloeden en vroeg zich af waarom moeder natuur niet gewoon een appje stuurt met de tekst ‘je bent niet zwanger’. Dat zou toch mooi een boel ellende voorkomen.
Een verhaal van een andere collega bevatte ook een oplossing voor een probleem. Zo was ze een paar dagen ergens gaan logeren maar had daar geen föhn ter beschikking. Aangezien ze nogal ijdel is heeft ze een ( schone) onderbroek kapot geknipt en deze als haarband in haar on-geföhnde kapsel verwerkt.
Na dit verhaal kwamen er nog veel meer verhalen los waarbij de ware aard van de mens naar boven kwam. Het bleek al snel dat chocolade rare dingen doet met mensen.
Er zijn twee collega’s die een afwijking hebben als het gaat om chocolade figuren. Een van de twee had van haar toenmalige man een paashaas gekregen die ze heel decoratief in de kast had gezet na de belofte dat er niet van zou eten tot het Pasen was. Onbedwingbaar heeft ze heel stiekem een hap van de kont van de paashaas gegeten en daar heel creatief de folie weer omheen gevouwen. Het was nog geen Pasen en ze zat met de gever van het lekkers televisie te kijken toen de aangevreten paashaas achterover kukelde en het niet meer te verbloemen was dat het volledige achterwerk van de haas de Pasen niet gehaald had.
Een ander kon de verleiding in de winkel niet weerstaan om een paashaas uit het schap te pakken en deze aan snot te knijpen.
Nee, dan ben ik eigenlijk best blij dat er bij mij alleen maar een arrogant gezicht boven het uniform uitkomt.