Internet

10-08-2016 20:37

 

Er zijn wel eens bewoners die gebruik willen maken van internet.  Zo ook Hendrik.

Hendrik is een alleenstaande man van in de vijftig met een enorme dosis humor. Hij heeft kinderen en er is een kleinkind op komst. Hij heeft zijn eigen computer van thuis naar het hospice laten brengen. Twee vrijwilligers zijn er mee aan de slag gegaan om het ding zo comfortabel mogelijk te plaatsen in zijn kamer.

Hendrik zelf geeft aanwijzingen hoe en waar hij het apparaat wil hebben. “Beetje naar links”, “beetje naar rechts”, “nee, nog een kwartslag draaien”, zijn de aanwijzingen die Hendrik, zittend op de rand van zijn bed, geeft. Hij zit daar, met een zuurstofbrilletje onder zijn neus, met zijn benen te wiebelen. In goede gezondheid had Hendrik een leidinggevende functie. Via internet wenst hij het een en ander te blijven volgen. Een laptop is zo aangesloten en heeft maar één snoer. Maar dit was een complete computer met alles erop en eraan. Daar hangen dus een heleboel snoeren aan. Al die snoeren lagen nu door elkaar in een hoek van de kamer. Hendrik wilde zelf graag een en ander aansluiten, maar hij was niet voor niets in het hospice. Hij had door zijn zieke longen niet genoeg puf meer om deze klus te gaan klaren. Eén van de vrijwilligers nam het van hem over en zei tegen hem: ”Ga maar in bed liggen, dan kruip ik er wel bij.” Daarmee bedoelde ze de hoek met de snoeren en dat wist Hendrik ook wel, maar het was reden genoeg voor de nodige consternatie. Dat soort humor was precies in het straatje van Hendrik en ondanks zijn ernstige vermoeid- en benauwdheid heeft hij er smakelijk om gelachen.

 

Hij heeft niet zo lang meer van internet kunnen genieten. Niet lang daarna is hij, zonder de geboorte van zijn kleinkind mee te kunnen maken, overleden. Op het einde van zijn leven had hij ook helemaal geen behoefte meer om op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen uit zijn arbeidzame leven. Het is een natuurlijke fase die elke bewoner doormaakt. Het loslaten van het materialistische. Wij, als gezonde mensen, kunnen ons niet voorstellen, dat je geen behoefte meer zult hebben aan alles waarmee wij ons dagelijks leven vullen. Gelukkig helpt de natuur daar een handje bij en wordt de interesse in dat soort zaken weggenomen. Uiteindelijk is de wereld van een stervende niet groter meer, als het bed waarin zij liggen.

Zo ook bij Hendrik.