Doorleefde handen
Wat is het toch gewoon om op onze telefoon te kijken of er nog nieuws is, of dat we een foto maken en sturen naar iemand aan de andere kant van de wereld die dat dan ook gelijk kan zien. Dat in plaats van een stadsomroeper of een fotorolletje naar de fotograaf brengen.
Hoe normaal is het dat je een kop koude soep in de magnetron zet en daar een minuut later je lippen aan kunt branden, in plaats van het vuur opstoken en daarboven een ketel soep warm maakt. Wat gewoon is het als je ergens naar toe moet waar je nog nooit bent geweest en doormiddel van een paar knopjes op je navigatie gewoon de weg gewezen wordt en niet zoals vroeger met een veel te grote wegenkaart op schoot die dan ook vaak nog op z'n kop lag of scheurde.
Zonder er bij na te denken doen we via internet boodschappen die dan de volgende dag in de keuken neergezet worden voor je en die betaald met een plastic kaartje. Daar kwam vroeger de melkboer, groenteboer, lorreboer, schillenboer en de bakker voor aan de deur en rekende je af met guldens kwartjes, duppies en centen.
Het is maar een druppel op de gloeiende ontwikkelingsplaat die de afgelopen eeuw niet heeft stilgestaan.
Vorige week is een tante overleden die 101 jaar is geworden.
Zolang als ik haar ken en waarschijnlijk ook al lang daarvoor at ze meerdere haringen per week, lakte ze haar keurig gevijlde nagels, had ze een lach op haar gezicht en was er altijd interesse in mens en omgeving. Tot het moment dat ze bijna een eeuw oud werd. Ze viel en kwam in een verpleeghuis terecht. Ze raakte in de war maar heeft toch nog een poosje in haar eigen wereldje geleefd. Vorige week zat ik naast haar bed, de dag voor ze ging hemelen. Haar hand had ik in mijn hand gelegd. Een broos velletje waar de blauwe adertjes mild door heen schenen. Nog steeds mooie nageltjes en lekker zacht. Ze was diep in slaap en had waarschijnlijk geen weet meer van de wereld
Terwijl ik naar haar handen keek besefte ik dat die al meer dan 100 jaar doorleeft waren. Die handen waren er al toen het vervoer op de weg, in de lucht en op het water nog op gang moest komen. Honderd jaar geleden ging de eerste bus rijden. Niet zo'n futuristisch ding met wifi zoals nu, maar een soort koets met houten wielen die getrokken werd door paarden. Ook honderd jaar geleden zonk de Titanic op haar eerste grote reis. Nu varen er duizenden van die schepen die nog vele malen groter zijn. Ook honderd jaar geleden ging het eerste vliegtuig de lucht in om passagiers van A naar B te verplaatsen. Nu vliegen we met z'n allen zonder er bij na te denken over de hele wereld van A naar Z en kunnen kilometers hoog in de lucht naar een film kijken.
Wij kunnen het ons niet voorstellen om zonder auto, televisie, mobiele telefoon en de uitvinding van de eeuw 'internet' te kunnen. Zij heeft het allemaal meegemaakt.
Naast al die geschiedenis voelde die oude doorleefde warme handen ook vertrouwd. Uren heb ik met de handen van m'n moeder in mijn handen gezeten. Ook al was zij niet zo oud, maar dat warme vertrouwde geborgen gevoel borrelde nu wel in me op. Ik heb het heerlijk eventjes gekoesterd.
Het is goed dat er op zo'n hoge leeftijd een einde komt aan het leven. Een leven dat afgerond is.
Alles meegemaakt en doorstaan. Nu is het klaar en blijven de herinneringen over.
Op welke leeftijd mensen ook sterven, ik heb mezelf ooit voor ogen gehouden dat je daar niet verdrietig om hoeft te zijn. Voor hen is het klaar en zit de taak erop. Tuurlijk, om iemand los te moeten laten en niet meer die warme handen te kunnen voelen is moeilijk. Maar steeds zullen er, vaak onverwacht, momenten zijn die dit warme gevoel doen terugkomen...en daar kun je dan even heerlijk in wegzakken. Dankzij de moderne techniek heb ik de honderd-een-jarige handen vast kunnen leggen om een warme herinnering terug te halen.