Dikke bagagedragers

08-07-2016 22:44

Om half zeven ging de wekker. Biologisch en cosmetisch veel te vroeg voor mij, maar ik had een plan en daar hoorde vroeg opstaan bij. Het was niet anders.
Zondag had ik me voorgenomen om bij goed weer,  één keer per week op de fiets naar m’n werk te gaan. Voor een ander waarschijnlijk peanuts, maar veertig minuten heen en veertig terug vind ik wel een dingetje. Ik geef toe dat ik een goed weer fietser ben en dan ook niet echt de lange afstanden. Ik weet niet hoe dat bij jullie zit, maar ik krijg dan eigenlijk wel een verzuurd lijf.
Maar goed, anderen kunnen ook elke dag fietsen, dus dan zal het mij toch ook moeten lukken.

Gordijn open en jawel….Het miezerde buiten. Diepe zucht……..
Hond uitgelaten en angstvallig veel naar boven gekeken. Een lucht met vijftig tinten grijs. Geen blauw of wit stukje te bekennen. Nu kon ik natuurlijk toch nog de auto pakken maar m’n bloed kriebelde dus ik zet door.
Na vijf minuten fietsen werd het droog en ik merkte dat ik eigenlijk best lekker de gang erin had. Goede ondergrond is het halve werk, dus de pas geasfalteerde fietspaden reden perfect. Met regelmaat werd ik ingehaald door een andere dappere fietser of fietsster. Met enige vorm van jaloezie keek ik dan naar de inhaler en dacht dan….Die gaan lekker door zeg!
Zo ook een vrouw van een jaar of zestig. Ze had een kind voor en achterop de fiets. Ze kwam me voorbij alsof ik stil stond……hoe dan !!
Oké, ik ben geen fulltime fietsster maar zo dramatisch, dat ik fluitend ingehaald werd door een oma met twee kleinkinderen op haar fiets was het toch niet zeker?
Niet meer over nadenken, doorgaan.  Op de fiets is er toch veel meer te zien dan in de auto. Zo zag ik dooie vissen drijven in het water, tot snot gereden vogels en moet je eens zien wat een klodders platgereden kauwgom er op de weg ligt. Een stukje verderop moest ik even secuur, met een goed en met een licht ontstoken oog om me heen kijken. Hier kwamen een paar wegen bij elkaar en stonden er rijen auto’s te wachten tot ze er op de rotonde tussen gelaten werden. Lekker op de fiets!! Ik frummelde mezelf tussen die ronkende auto’s door en kreeg een heerlijk winnend gevoel toen ik zo een heel vette rij met auto’s voorbij ging. Hé,…daar stond die vrouw weer die mij eerder voorbij scheurde met twee kinderen op haar fiets. Zij had blijkbaar in de tussentijd die kinderen al ergens gedropt, want die zaten niet meer op de fiets. Een verblijdend gevoel betrad mijn lijf. Ik zag dat zij een dikke bagagedrager had. Dat verklaarde haar snelheid. Ondertussen worstelde ik me over een rotonde waar meer werklui liepen dan dat er stenen in lagen. Hobbel de bobbel, over losliggende steentjes en rijplaten. Ooit zal het wel een mooi kruipunt worden, maar nu was het maar een gemuteerde bende. Een stukje verder kwam ik weer in rustigere oorden en draaiden mijn wielen in soepel tempo over een boeren landweg. Met een ijzingwekkende snelheid werd ik gepasseerd door een tractor, of heet dat een trekker. Hoe dan ook, er zaten wielen onder zo groot! Ik keek al fietsend zo in het hart van het wiel. Jakkes! Dat ding denderde gelukkig snel weer bij me vandaan. Opnieuw werd ik ingehaald door andere fietsers. Ook deze waren in het bezit van een dikke bagagedrager, of ze waren minstens de helft jonger dan ik. Na precies 38 minuten hield ik m’n toegangspasje voor het hek wat piepend open ging. Met een dapper gevoel en een waarderende blik van een collega parkeerde ik m’n fiets in de stalling. Het moment dat je dan afstapt, ken je dat? Nou dat dus….Uit het kratje voorop pakte ik m ’n tas met m’n verkleedkleren. Nadat ik van Jeanette weer gemetamorfoseerd was in Pepper, voelde mijn bureaustoel als een zetel. Zo zat de helft van mijn voorgenomen plan er weer op. Na werktijd ben ik weer op het zadel gekropen. Heel even, de eerste meters op de binnenplaats voelde ik nog precies waar het zadel vanmorgen ongeveer zijn sporen had achter gelaten. Eenmaal door het hek was dat gevoel weer weg en kon ik de terugweg aanvaarden. Nou…dat was een dingetje. Met een stevig aangewakkerde zij en tegenwind ging het een stuk langzamer dan op de heenweg. De mensen met de dikke bagagedragers reden me nu nog harder voorbij. Het laatste stukje had ik wind mee en dat was mooi, want nu zag het eruit alsof ik het tripje fluitend had gedaan. Niemand die doorhad dat ik er eigenlijk wel een beetje een zwanus en een paar zwoksels aan over had gehouden. Maar eerlijk is eerlijk, eigenlijk was het best lekker. Nu maar hopen dat mijn werkplekken het volgende week weer toelaten.