De PETscan
Zoemmmmmmplingknerppp. Pfft m’n wekker gaat.
Het is 06:00 uur. Ongewenst wakker besef ik dat ik de fles water naast m’n bed ter hand moet nemen. Goed voorbereid ben ik gisteravond naar bed gegaan. Sinds 20:00 uur niets meer gegeten en alleen maar water en thee naar binnen gegoten. Op m’ nachtkastje had ik twee flessen ijskoud water neergezet. De volgende morgen zou mijn wekker om 06:00 uur gaan omdat ik dan zou moeten beginnen om voor 08:00 uur een paar liter water naar binnen te werken.
Terwijl ik maar langzaam uit m’n slaperige onbewust zijn ontwaak graai ik naar een van de twee waterflessen. Met moeite draai ik de dop open en hijs mezelf een klein beetje omhoog zodat het water mn slokdarm in kan stromen. Jakkes !!!! Dat water is lauw!!! Wakker besef ik dat dit een logisch gevolg is van de hoge temperatuur buiten en in huis. Omdat ik toch liever nog even in bed blijf liggen drink ik dat lauwe water maar gewoon op.
Als er één liter opgedronken is ga ik op m’n voetzolen staan en breng ik dat water een verdieping lager weer weg. Ik heb dan nog een uur om nog een liter water te drinken.
Normaal gesproken op een warme dag is dat geen probleem, maar gelijk bij het wakker worden voel ik toch ergens halverwege m’n sliksysteem een soort van gesloten sluisdeur. Na het wassen, aankleden en een wasje opgehangen verdwijn in met twee volle flesjes water richting Gouda. Onderweg drink ik er eentje leeg en durf wel te zeggen dat dat een klinkende boer opleverde. Dat gaf weer lucht.
Eenmaal in Gouda rijd ik de auto de parkeergarage in. Het is dan 07:50 uur. Voor het eerst in mijn medische carrière kan ik de auto gelijk op de begane grond parkeren. Gewapend met een tas vol papieren, kleding en een flesje water loop ik het ziekenhuis binnen. In de hal is het nog rustig en krijg ik een goedemorgen knikje van de gastheer achter de desk. Terwijl ik van de ene naar de andere gang wandel merk ik dat ik echt naar het uiterste puntje van het ziekenhuis geleid wordt. Uiteindelijk kom ik bij een deur waar je weer naar buiten kunt. Het einde van het ziekenhuis dus. Dat zal niet voor niets zijn. Ik meld me bij de balie en mag plaatsnemen in de wachtkamer. Daar zitten al twee vrouwen en een man met hun neus in tijdschriften. Na een goedemorgen nestel ik me in een stoel en neem nog maar eens een paar slokken water. Een van de vrouwen zit ook met een flesje water. Die zal wel voor hetzelfde onderzoek komen, vul ik voor mezelf in.
Ik merk dat mijn blaas weer volledig is opgerekt, dus ik ga maar weer even lossen. Als ik terug kom en weer ga zitten komt en nog een man en een vrouw in de wachtkamer. De man ziet er ziekelijk uit. Zijn vrouw is het bekijken waard. Niet vanwege haar schoonheid, maar vanwege het feit dat ze met een soort van harige kin onelegant in de stoel ploft en haar bril scheef op haar neus had staan. Tot mijn verbazing was één van de brillenpoten afgebroken. Ik weet dat ik niet op iemands uiterlijk mag afgaan, maar ik moest er gewoon naar blijven kijken. Haar man werd weggeroepen en zij bleef zitten.
Even later kwam de verpleegster zeggen dat haar man niet lekker was geworden. Hij zou een kop koffie krijgen en dan weer naar de wachtkamer worden gebracht.
Toen hij naast haar kwam zitten aaide ze hem over zijn vette haren en pakt een immens grote brooddoos. In de wachtkamer zaten zeker 3 mensen die al sinds de avond ervoor 20:00 uur niets hebben mogen eten. Ze maakt de doos open en gaat op haar gemak, al smakkend, een broodje zitten eten. De geur liet geen twijfel. Brood met pindakaas. Gelukkig werd mijn naam genoemd en mocht ik de verpleegster volgen.
Ik werd een kamer met een dikke schuifdeur binnen geloodst . In de kamer mocht ik plaatsnemen in een relaxtbedstoel. Daar werd een infuusnaaldje ingebracht en een druppeltje bloed afgenomen voor een suikertest. Als dat niet in orde zou zijn zou het onderzoek niet kunnen plaatsvinden. De test gaf 4.7 aan. Prima dus en werd het infuus aangesloten op een zak zoutoplossing. Eerst moesten m’n aderen goed schoongespoeld worden. Nadat ik daar ongeveer drie kwartier heb liggen soezen kwam de verpleegster weer binnen en vertelde ze dat ze radioactieve stof ging halen.
Even later kwam ze binnen met een grote kar met metertjes en schermpjes. Er hing een gekruld slangetje uit welke aangesloten werd op het infuusnaaldje. Ik moest nu heel stil blijven liggen zodat de stof goed in de bloedbaan zou komen. Heel braaf heb ik weer even liggen suffen tot alles m’n aderen ingepompt was. Na nog een half uur een beetje slaperig in de stoel gelegen te hebben werd me gevraagd om mijn blaas leeg te maken, wat mij als een verlossing in de oren klonk. Daarna moest ik alles uit waar iets van metaal aan zat. Daar had ik al op gerekend dus mijn meegebrachte joggingbroek aangedaan en beha aan het haakje gehangen. Toen ik door twee immense dikke deuren was gebracht kwam ik in een ruimte met een prachtig futuristisch apparaat. Een grote tunnel van ruim een meter diep met een lange plank ervoor. Daar moest ik op gaan liggen met de neus naar boven. Ik zeg maar neus, want dat is na al het afvallen nog het enige wat naar boven wijst.
M’n armen boven m’n hoofd en daar lag ik dan. De bediener van het apparaat vertelde dat ik eerst twee keer snel door de tunnel zou gaan en dan nog een keer langzaam. Het geheel zou een half uur duren. Op de scan zou dan bekeken worden of de radioactieve stof zich ergens in mijn lichaam heeft opgehoopt. Als dat het geval is dan zou dat kunnen betekenen dat er ergens een tumor in m’n lijf zit. Daar gaat de radioactieve stof naartoe zodat het via de scan zichtbaar wordt. Gemakshalve ga ik er vanuit dat dit niet het geval zal zijn.
Reuze interessant omdat het nieuw was voor me. Het apparaat maakte geen geluid en ik lag relaxt. Na een half uur heen en weer door de tunnel mocht ik er weer af.
Omkleden in m’n met metaal gevulde kleding en even wachten of de PETscan was gelukt.
Ze waren tevreden over de kwaliteit van de opname dus ik mocht gaan.
In de wachtkamer zaten weer nieuwe gezichten en na een goedemorgen ben ik weer naar de andere kant van het ziekenhuis gelopen.
In de wetenschap dat ik dinsdagmorgen gebeld word over de uitslag van deze scan kon ik weer naar huis.
Nu maar weer wachten of er geen enge dingen in m’n lijf zitten, zodat ik weer een stapje dichterbij de operatie kom.
Dinsdag dus de uitslag en in de middag een gesprek met de plastisch chirurg en daarna een pre-operatief gesprek met een mammacare chirurg. Ik heb stille hoop dat er misschien een datum in beeld komt.
Ik ben er wel aan toe.
Wordt vervolgd….