De peer in de fles
Een slow start van de dag. Geen ontploffende gasflessen of skijtende zwanen.
Wel rijkelijk tikkende regendruppels op het caravandak. Een heerlijk geluid om bij te schrijven. Nu krijgen jullie misschien de indruk dat ik inmiddels al tien hoofdstukken van m'n boek heb geschreven....ehhhh nee, niet echt. Eerst ben ik in de weer geweest om de hoofdpersonen uitgebreid te beschrijven voor mezelf, zodat ik ze een beetje leer kennen. Ik heb gemerkt dat ik het best moeilijk vind om te schrijven door de ogen van fictieve personen. Door ze eerst goed neer te zetten op papier, leer ik ze een beetje kennen, zodat ze in m'n hoofd echt gaan leven. Wel grappig dat ik deze dagen, die ik in m'n eentje doorbreng, het gevoel krijg dat de caravan soms gevuld is met denkbeeldige mensen die uit m'n pen kruipen.
Om de zinnen wat te verzetten en zuurstof te happen ben ik vandaag naar het glasmuseum geweest. Dat is een logisch gevolg na een bezoek aan de glasblazerij. Als ik sommige kunstwerken zie dan vraag ik me wel af wat de makers voor ogen hadden bij het creëeren van de stukken...
Leuk om te zien hoe ze peren in flessen laten groeien, die ze daarna vullen met alcoholische drank om ze zo als origineel kado te verkopen.
Wat toch wel het momentje van het museumbezoek was voor mij was een echtpaar waarvan zij een fietsbroekje droeg over haar eng witte magere beentjes en hij een korte broek met...jawel sokken in sandalen. Dit voor de beeldvorming. Zij (op een indringende ADHD manier) : " wat vind je hier van. Ik vind dit zo mooi, het doet me denken aan Picasso". Hij: " nou inderdaad, mooi hoor". In het hele museum was op de gewone rommel die iedereen in de kast heeft staan aan glazen, geen vorm te vinden wat duidelijk iets voorstelde, op een plank na. Daar stond een glazen kont, een vagina, borsten en nog iets van onder de gordel. De man stond er adembenemend naar te kijken. Zijn vrouw bedoelde natuurlijk iets heel anders dan waar de man naar stond te kijken. Zij: " wat sta je daar nou te kijken! Kijk hier, moet je zien wat mooi". De man sloft met zijn gesokte sandalen naar zijn vrouw met een gezicht waarvan al het glaswerk ter plekke zou kunnen sneuvelen. Terwijl de man mij voorbij sloft zegt hij zachtjes..... "Waar is de uitgang"? Met moeite kon ik een vette lach inhouden.
Museumbezoek kun je volgens mij het beste in je uppie doen. Ik vind het wel leuk, maar het moet me wel interesseren anders ben ik zo buiten. Dit museum heb ik in een half uur gedaan. Gezien wat ik mooi vond en voorbij gelopen wat me niets zei. Helaas stond ook hier niet het blauwe glazen hart uit mn vorige blogs. Dat blijft dus nog even lekker veilig in mijn gedachten...dan kan het ook niet sneuvelen.