De niet gestolen portemonnee
’s Morgens als ik wakker word, me realiseer wat voor dag het is en wat er van me verwacht wordt, klap ik m’n ogen open. Zodra deze blauwe bollen een beetje aan het licht in de slaapkamer gewend zijn, pak ik in een reflex mijn mobiel van het nachtkastje. Ik kan me eerlijk gezegd de tijd niet meer herinneren dat dit vernuftige ding niet naast me lag. Natuurlijk heb ik het grootste deel van mijn leven zonder dat ding gedaan, maar het is echt een deel van mijn brein geworden.
De social media vertelt mij wie er jarig is, zodat ik daar een felicitatie naar toe kan sturen. Zo handig! Hoewel een handgeschreven kaartje natuurlijk nog veel leuker is, ben ik echt vet blij met dit gemak. Geloof me…..ik vind zoveel mensen lief, leuk en aardig, maar zo attent dat ik kaartjes stuur ben ik dus niet. Domweg vergeet ik het gewoon. Soms denk ik wel eens dat mijn brein al een beetje dood is.
Na de SM (social media) raadpleeg ik het wereldnieuws. Zien of er nog schokkende dingen zijn gebeurd,terwijl ik een soort van buiten bewustzijn in bed lag. Ik merk op bij mezelf dat bij het zien van een nieuwe aanslag ergens in de wereld er al een soort van gewoontegevoel ontstaat. Erg eigenlijk….
Ondertussen zijn we een half uur verder en heb ik de wekker een paar keer uit gezet. Dan is het toch tijd dat ik op m’n voetzolen ga staan en me enigszins nuttig ga maken voor de mensheid.
Omdat dochterlief 20 dagen stage loopt in Sittard ( of all places…) ben ik dus volledig verantwoordelijk voor de viervoeter. Zo nu en dan pik ik op het werk daarom maar even een halve dag vrij om lekker de buitenlucht in te gaan en Spike en mijzelf te trakteren op een ferme wandeling in de droge vrieskou.
De eerste meters zijn vaak het moeilijkst. Het is koud en wil ik weer naar binnen om in een luie stoel met de e-reader te gaan zitten lezen. Maar een stukje verder, als de hond overal even overheen staat te druppelen kijk ik zo is om me heen en zie een winters zonnetje op de bevroren weilanden schijnen. De vogeltjes fluiten al voorzichtig dat ze vlindertjes in hun buik hebben en de eenden zoeken wanhopig naar een gat in het ijs op de sloot. Ik prijs mezelf heel gelukkig als ik domweg een schop geef tegen een takje wat geen takje bleek te zijn. Dankzij de vorst was deze op een tak lijkende drol zo hard bevroren dat er geen spoor op mijn laars achter bleef. Tijdens de wandeling kom ik veel ‘naar schoolfietsende’ jeugd tegen. De meeste hebben haast en rijden op hun fiets rakelings langs me heen om maar zo min mogelijk asfalt te hoeven gebruiken. Een stukje verderop valt er eentje flink op haar snufferd als ze de gladde bocht net iets te strak neemt. Als ik bij haar ben staat ze alweer en lacht haar schaamtegevoel en pijn weg en zegt dat alles in orde is.
Eenmaal thuis nestelt hondlief zich schaamteloos met zijn poten wijdbeens op zijn rug op de bank.
Met een sopdoek ren ik even op de franse manier door het huis en heb na een klein uurtje het gevoel genoeg gedaan te hebben. Als er nu iemand binnen komt dan ruikt het en ziet het er voor de buitenwereld schoon uit. Natuurlijk hoop ik dan altijd maar dat ik geen kast open hoef te doen, want overal waar deuren voor zitten……..juist dat ja…
M’n koolhydraatarme lucnhbrood heb ik in hapklare brokken gesneden en in echt chinees plastic gepropt.
De hond heb ik met een koekje in de bench gelokt en dan op naar het werk.
Vijf uurtjes werken op een post in het gemeentehuis in eigen dorp. Achter balie vijf start ik alle systemen op en maak me klaar voor het eerste bezoek. In de agenda heb ik al gelezen wat er komen gaat, maar de mens achter het verhaal maakt het altijd interessant. Een vrouw komt aangifte doen van diefstal van haar portemonnee. Op zich voor mij een soort van dagelijkse kost. De handelingen zijn allemaal hetzelfde, maar ook hier geldt dat de persoon het verhaal maakt. De al wat oudere vrouw begint te vertellen dat haar portemonnee uit haar tas is gestolen. Bij een aangifte laat ik de mensen eerst altijd vertellen wat er is gebeurd en daarna ga ik pas in het systeem aan de slag en volgen de details wel. Nadat mevrouw een onsamenhangend verhaal had verteld waar ik wat twijfels bij had, vroeg ik haar naar het uiterlijk van de portemonnee. Terwijl ze nadenkt, doet ze haar tas open, ‘kijk, dit is hem, zo ziet hij eruit’ zegt ze.
We hebben verder een leuk gesprek gevoerd en toen mevrouw weg was heb ik een melding in het systeem gezet met als titel ‘verwarde vrouw’. Duidelijk dat deze dame ten prooi is gevallen van (beginnende) dementie.
Na nog een paar andere gesprekken vlogen de uren voorbij en voor ik er erg in had was het tijd om terug te gaan naar de hond die alweer rijp was voor een volgende wandeling. Een ander rondje want anders wordt het saai voor mens en dier. De zon was al onder en terwijl de hond weer staat te druppelen ( mannetje hé) luister ik maar hoor ik geen vogeltjes meer. De eenden hebben het opgegeven en zitten met hun gevederde kontjes, in elkaar gedoken op het ijs te dutten en neem ik mezelf voor om geen ‘takjes’ weg te schoppen.
’s Avonds hijs ik mijn voetzolen weer in bed. De wekker op drie tijden gezet, zodat ik morgenochtend langzaam weer bij mijn positieven kan komen. Voordat ik mijn blauwe oogballen dichtklap loop ik alle social media nog even door. Hier en daar like ik wat en reageer ik op iets. Heerlijk toch om op deze makkelijke manier contacten te onderhouden. Wat zou ik het toch goed doen op een onbewoond eiland ( met wifi en stroom). Terwijl m’n ogen het zachtjes opgeven en mijn brein bijna buiten bewustzijn raakt, leg ik de telefoon op het nachtkastje en verdwijn in een soort van buitenbewustzijn….heerlijk !