de mensen van voorbij..
*Blieb* doet het poortje bij de metro. De deurtjes klappen open zodat ik er snel doorheen kan lopen.
Op het perron begint de puzzel van welke metro en waar moeten we eruit.
Het ging vloeiend en samen met m’n grote zus zoefde we ondergronds naar de Blaak in Rotterdam.
Het is voor mijn gevoel honderd jaar geleden dat ik met een metro ben mee geweest.
We komen bovengronds op de Blaak weer in de buitenlucht en kijken gelijk naar de immens grote markthal. Die zochten we niet dus keken we in het donker verder en zagen de toren van de Grote of Sint-laurenskerk. Daar moesten we naar toe.
Binnen branden de lichten waardoor het glas in lood mooi kleurt.
Bij de deur worden we welkom geheten door een ‘strak in het pak man’.
We krijgen een bloem welke we in een gedenkboom mogen hangen.
De kerk zit bomvol mensen van allerlei pluimage.
Omdat we onze tijd zo strak hadden gebruikt, was er geen tijd meer voor een bak koffie of thee. We nestelen ons redelijk achterin op een stoel en laten het serene gevoel, wat in de kerk hangt, over ons neervallen.
Op het podium gaan de handen van een jonge vrouw gevoelig over de snaren van de harp en op de achtergrond glinsteren kleine sterretjes waar steeds een naam tussendoor oplicht. Een naam van ‘een mens van voorbij’.
Deze avond staat in het teken van ‘de mensen van voorbij’. Misschien ken je het gedicht en anders is het de moeite waard om eens op te zoeken.
Een schrijver met Belgisch bloed en tongval spreekt over ‘hoe om te gaan met mensen die rouwen’.
De man had een aantal anekdotes waar je als luisteraar wel een paar handige tips uit kon halen. Eentje wil ik wel delen want daar kunnen we allemaal wel eens een keer wat mee.
“Ken je dat, je komt tijdens een wandeling iemand tegen waarvan je weet dat hij of zij net iemand heeft verloren. Heel even voel je een lichte paniekaanval opkomen, want ja…wat zeg je tegen zo iemand.
Heel vaak zeggen we dan ‘hoe gaat het met je’. Je weet, terwijl je het vraagt, dat het eigenlijk de leegste vraag is die je kunt stellen op dat moment. Maar ja wat zeg je dan….”
Manu Keirse, de Belgische spreker, gaf de volgende tip. Benader een verdrietig persoon met de woorden ‘vertel eens…..hoe ben je de afgelopen dagen doorgekomen’?
Ik heb die zin in mijn onzichtbare rugzak gestoken en hoop hem te gebruiken als de situatie zich voor doet.
Terwijl er mooie muziek klonk in de sfeervolle kerk, verschenen er steeds namen op het decor. Namen van overleden personen waarvan familieleden in de kerk zaten. Met regelmaat zag je dat mensen een arm om hun buurman of buurvrouw heen legde. Mooi!
Elk mens met een eigen verhaal en eigen verdriet. Verdriet gaat over, maar het missen blijft.
Na de dienst gingen alle genodigden in een rechte streep naar de linkerkant van de kerk. Daar stonden tafels met drankjes en hapjes. Met een glas water, wat spa rood bleek te zijn ‘brrrrr’, zochten mijn ogen de oude vrouw die vorige keer zo vertederend en ondeugend aanwezig was. Ze zei toen, tot volgend jaar. Eerlijk gezegd kan ik me alleen een paar details van haar herinneren en weet dus helemaal niet genoeg om haar nog te herkennen. Er lopen een heleboel van die schattige fluweelzachte kromgetrokken oudjes rond. Het viel me wel op dat de meerderheid vrouw was. Blijkbaar heeft dat geslacht toch de meeste behoefte aan dit soort samenkomsten en woorden. Misschien was de oude vrouw inmiddels ook wel een naam op het decor geworden. Met een nieuw glas water, wat nu gelukkig wel water was, liep ik nog even langs de bloemenboom. Elke bloem die in de boom gehangen was, stond symbool voor een overleden persoon.
Gezien de hoeveelheid bloemen en de vele aanwezigen werd in beeld gebracht dat er heel veel mensen sterven in een jaar tijd. Ieder mens heeft dus wel iemand om te herdenken op zo’n moment. Voor de een nog vers en voor de ander al jaren geleden. Verdriet gaat over, het gemis blijft.
Zus en ik gaan graag een keer per jaar naar deze avond. Allebei hebben we al meerdere mensen om ons heen verloren maar we gaan er eigenlijk naar toe om er iets uit te halen waardoor we een ander beter kunnen begrijpen en ze mogelijk een hand te reiken.
Met die bagage zijn we weer terug gegaan naar de metro. Gewapend met ons dagkaartje lopen we naar de incheckhekjes. Ik hou m’n kaartje ervoor en hoor weer een *blieb* maar het klonk anders dan bij de heenreis.
De deurtjes gingen open en gelijk weer dicht. ‘Ja hallo zó snel ben ik ook niet meer hoor….’
Nog een keer het kaartje er langs maar niks nada niente. Nog een keer en toen gingen ze weer open en gelijk dicht, maar nu was ik wel sneller en ben er met licht geweld tussendoor geglipt.
In de metro zat een look-a-like van een seriemoordenaar tegenover me met een fiets. In gedachte zag ik in plaats van die fiets een enorme kettingzaag. En paar stoeltjes verder zat een moeder met donkerzwarte randen onder haar ogen met haar kindje wat volgens mij allang in bed had moeten liggen. Er heerst voor mijn gevoel echt zo’n luguber misdaadachtige sfeer in de metro. Komt waarschijnlijk gewoon door mijn fantasierijke brein.
We kwamen weer aan bij ons beginpunt dus hup …eruit. Bij inchecken hoort ook uitchecken. Dus kaartje langs de paal en bammm rood kruis! Een snerpende negatieve toon klinkt uit de paal. Geen beweging in mijn poortje.
Blijkbaar had ik dus niet goed ingecheckt. Dankzij de vele kilo’s minder aan mijn lijf konden zus en ik als een Siamese tweeling op haar kaartje door het poortje schuiven. Ik voelde me een echte zwartrijder en verwachte eigenlijk in mijn kraag gegrepen te worden.
Niets van dat alles, gewoon doorlopen en wegwezen.
We hadden een mooie avond met een licht crimineel tintje.