Breien
Toen mevrouw van Dongen, uit het vorige verhaal, in het hospice kwam wonen, was ze depressief en in zichzelf gekeerd. Na een paar weken begon ze zich toch een beetje meer te interesseren in wat er om haar heen gebeurde, maar ze werd ook wat verward.
Tijdens een middagdienst hadden Bets en Christina een poosje weinig om handen. Alle bewoners deden een middagdutje. Alleen mevrouw van Dongen zat bij hen in de woonkamer.
Bets had haar breiwerk van thuis meegenomen en nam dat ter hand. Mevrouw van Dongen had even stilletjes naar de tikkende pennen gekeken. Ze zei tegen Bets dat ze vroeger ook veel gebreid had. Meteen erachter aan zei ze heel beteuterd, dat haar dat nu niet meer lukte. Bets bood aan om een paar naalden te breien, maar daar had mevrouw van Dongen geen zin in, omdat ze dat toch niet meer kon.
Christina was ondertussen naar de keuken op de eerste verdieping om voorbereidingen te treffen voor het avondeten. Op een gegeven moment ging Bets ook naar boven om te kijken of ze Christina misschien kon helpen. Maar die redde zich prima daar achter het fornuis. Bets ging weer naar beneden en zag tot haar verbazing dat mevrouw van Dongen op haar stoel was gaan zitten. Ze had het breiwerk, wat Bets op tafel had laten liggen, opgepakt en zat heerlijk aan de sok te breien. Bets is meteen teruggegaan naar boven om aan Christina te vertellen wat ze zojuist gezien had. Christina was net zo verbaasd als Bets en kwam mee naar beneden om te kijken. Toen ze beiden naar binnen gingen keek mevrouw van Dongen op en zei: “Juf, ik heb een steek laten vallen, bent u nu boos?” Bets zei tegen haar: “ Nee hoor, die steek rapen we zo weer op, dan kunt u fijn verder breien.”