Applaus in de kerk
Het is mooi weer terwijl de vooruitzichten beloofd hadden dat het zou gaan regenen.
Vandaag heb ik afgesproken met een collega die in Ouddorp op vakantie is. Op de fiets vanuit Renesse zou dat een uurtje zijn, maar dan moet je die wijde lange dijk over waar je gewoon chronisch wind tegen hebt. Met de auto is het twintig minuten, dat sprak me net even wat meer aan. Na een lekker bakkie thee in de tuin van een kneuterig vakantiehuisje, zijn we naar het dorp gewandeld. Het is vandaag ‘Boerenlanddag’ in Ouddorp.
Dat betekend dat er allerlei kraampjes en ouwe meuk staat. De winkeltjes hebben hun waren uitgestald en van alles in de uitverkoop gegooid. Naast de oude opgepoetste tractors staan er hokken met daarin een paar kalfjes, schapen en een zootje kippen. Wat zullen die dieren denken en hebben ze eigenlijk wel een nadenkding? Al die mensen welke de dieren ongevraagd aaien en met hun telefoon ongeveer in hun snuit een foto van zo dichtbij mogelijk maken. De meeste mensen op de markt zijn inwoners van het dorp zelf, gemengd met toeristen die niets meer met schoolvakanties te maken hebben. De zogeheten Arie’s en Annie’s. Nu hoor ik jullie denken; maar jij liep er ook. Klopt……punt.
Nadat we een heerlijke boerenboterham hadden gegeten liepen we het plein van de dorpskerk op. Daar stonden wat kraampjes met snuisterijen waarvan de opbrengst voor de kerk was. De deuren van de kerk stonden open, zoals dat in het buitenland eigenlijk heel normaal is.
Uit de kerk klonk koorgezang wat ons lonkte en samen liepen we naar binnen.
Zowel m’n collega als ik zijn in onze kinderjaren opgegroeid met het zingen van psalmen en andere kerkse liederen. Bij het horen van die klanken komen die roots gelijk bovendrijven en krijg je zo’n melancholiek gevoel. De banken in de kerk zaten vol maar achterin waren nog wat sta-plaatsen. Met het liederenblad in de hand stonden we daar ineens vanuit het feestgedruis buiten, in de serene sfeer van de kerk binnen. Een groot koor stond voorin onder de preekstoel en zong krachtig mooi hun repertoire. Steeds viel er even een stilte na de laatste noot van een lied. Bij volkse muziek klinkt er dan een applaus en gejoel, maar dat is bij dit soort optredens niet gepast.
Ook hier zat voor het grootste gedeelte het eigen volk binnen, vermengd met wat toeristen die even, in het hart van dit dorp, de sfeer kwamen inhaleren. Terwijl we zo nu en dan mee konden zingen omdat we iets uit onze jeugd herkenden en daar even heerlijk in teruggleden, kwam er een man de kerk binnenstappen. Een grote grove man met een nette blauwe broek en dito shirt erop. Keurig netjes, maar wel met foute witte sokken in sandalen. Hij kwam heel dapper de kerk binnen en bleef als een klomp ijs in het gangpad staan. Volslagen overdonderd van wat hij zag en hoorde, zo stond hij daar. Het koor zong op dat moment bulderend hun lied. De man stond met zijn armen wijdbeens en zijn vingers volledig wijd van de spanning. Hij stond daar echt te kijken met een blik van ‘waar ben ik nu toch terecht gekomen!!’
Vermoedelijk was hij voor het eerst van zijn leven in een kerk en maakte dat een zichtbare indruk op hem.
Er liepen steeds mensen in en uit de kerk. Op een gegeven moment komt er een moeder met haar zoon, die duidelijk het downsyndroom had, binnen lopen. Op de een of andere manier ben ik altijd gefascineerd door deze mensen omdat ze zo puur zijn. Ze doen niet anders dan dat ze zijn, zoals wij wel doen. Wij proberen bijvoorbeeld altijd om onze mooiste pose aan te nemen op een foto om zo maar te tonen hoe goed we er uit zien. Down mensen doen dat niet en hebben geen schaamtegevoel. Zij laten zich fotograferen zoals ze zijn. Wat je ziet, dat is het en niet anders. Altijd als ik daarover nadenk, neem ik me voor om daar van te leren. Deze down jongen was een heel blije. Met een stralende lach keek hij naar het koor en stond even geconcentreerd te luisteren. Als het koor de laatste noot heeft gezongen en de bomvolle kerk heel even stil is, roept de downjongen luid en duidelijk ‘APPLAUS’ en gelijk plaatsen alle mensen in de kerk hun handen luid op elkaar. De lach op het gezicht van de jongen was onbetaalbaar. Zijn moeder voelde zich duidelijk beschaamd en loodste haar zoon gelijk mee naar buiten.
In gedachten had ik die jongen wel willen bedanken voor dit ontroerende moment en zijn moeder willen zeggen dat ze trots mocht zijn op haar zoon. Daar kunnen wij, downlozen, allemaal een voorbeeld aan nemen. Volgens mij zijn mensen met het downsyndroom er om ons te laten beseffen dat we ons niet hoeven te verbeelden dat we meer zijn dan we zijn.
Dus die witte sokken in sandalen......gewoon doen !